Ik heb zelf het genoegen gehad de heer Albert de Groote aan het werk te zien tijdens een aantal boeiende ontmoetingen, de ogen van de heer de Groote zijn duidelijk geoefend en mogelijk heeft moeder natuur hem bedacht met een pakketje infra rood. Onderling contact is weggebleven.
Maar ik ben na onze ontmoetingen regelmatig geconfronteerd geweest met onderliggende signaturen of tekens bij laat 16 e en begin 17 e eeuwse schilderijen.
De heer de Groote heeft eveneens de kennis het middeleeuws geschrift te te kunnen lezen.
Tijdens een ontmoeting aan de Universiteit te Louvain La Neuve met Mevr. Helene Verougstraete en enkele andere kunstkenners werd mijn ervaring bij de heer de Groote zeer sceptisch ontvangen. Het zou werkelijk fantastisch zijn dat eindelijk wetenschappelijk bewezen wordt dat kunstenaars uit die periode onderliggende tekens aanbrachten om zo te verwijzen naar de auteurs van het kunstwerk. Het interessante is dat soms meerdere kunstenaars onderliggend getekend hebben.
In alle geval een boeiende materie, die op een eerlijke of beter gezegd correcte manier wetenschappelijk bevestigd nog stof in de kunstwereld zal doen opwaaien en menige toeschrijving doen herzien.
Reeds in die tijd ontstonden er gerechtelijke geschillen naar de authenticiteit van kunstwerken
mogelijk is dit één van de redenen van het onderliggend tekenen om zo de latere kopijen van het origineel te onderscheiden.
Hopelijk krijgt dit initiatief de nodige ondersteuning vanuit de kunst wereld net zoals de geneeskunde die dagelijks vooruitgang boekt ten koste van oude voorbijgestreefde theorieën moet de kunstwereld deze veranderingen durven onder ogen te zien en naar een zelfde vooruitgang streven. De auteur kennen van een kunstwerk is interessant en boeiend maar het is het kunst werk wat voor zich moet staan en zichzelf verdedigen door uitstraling en kwaliteit ongeacht de schepper van het kunstwerk.
Met veel genoegen heb ik met dit artikel kunnen vaststellen dat de heer de Groote nog steeds actief is en koester de hoop om elkaar nog eens te ontmoeten.
Rudi Heselmans
Antwoord:
Bedankt voor deze reactie.
Men moet de zaken steeds op een strikt wetenschappelijke wijze aanpakken. Zoals de heer Hüsken ben ik van oordeel dat je bij onderzoek alles moet geloven en gelijktijdig niet moogt geloven.
Je moet gewoon alles op basis van de feiten onderzoeken en niet met oogkleppen en dus vooringenomen die zaken wegwerpen die niet passen in je al bestaande visie.
Toen ik van het verhaal hoorde ben ik dan ook met open vizier vertrokken. Van de Vlaamse Primitieven en Hans Memling kende ik amper iets. En nog minder van dit detailaspect – dat wel zeer belangrijk blijkt te zijn – van het handtekenen door middeleeuwse kunstschilders.
Wat je hier schrijft klopt natuurlijk geheel en ik merk het hier ook al aan enkele reacties die duidelijk getuigen van vooringenomenheid. Wie geschiedenis wil bestuderen moet zich houden aan de feiten en daar hoort dit aspect van het handtekenen absoluut bij.
Maar wel kan de huidige techniek met röntgenstralen vermoedelijk dus zekerheid brengen. Daarom dat dit type onderzoek in deze zaak essentieel is. Het zal ook voor de heer De Groote belangrijk zijn.
Voor ik hem sprak was hij voor mij een onbeschreven blad. Ik heb vrij langdurig langs de telefoon met hem gesproken en stelde daarbij al de nodige vragen om te zien hoe betrouwbaar hij was. En dat is hij.
En bovendien blijkt zijn theorie wonderwel te kloppen met de datum en de politieke toestand toen in Dendermonde. Zoals ik schreef: de puzzelstukken vallen in elkaar. Nu alleen nog de stempel van authenticiteit.
Willy Van Damme