Het Belgisch Leger leerde mij ” geloof nooit in de media en zeker nooit in uw eigen media “, dit was al meer dan 40 jaar geleden en word met de dag duidelijker, meer nog je mag op die stomme propaganda en desinformatie niet reageren, ik schrieef zo ooit aan” het laagste nieuws” je weet wel ” uw mening telt, dat hun schrijfsels dusdanig waren alsof ze blijkbaar van een bureau van de Nato kwamen en ze hebben me verbannen !dat.
Rudy Verbuyst
Antwoord:
Ach, ik las gisteren in de NRC van 19 februari een opiniestuk van een zekere Paul Aarts, een man die verbonden is aan de afdeling politicologie van de Amsterdamse Universiteit. Het ging hem over de rol van prins Bandar bin Sultan, erg lang de Saoedische ambassadeur in de VS, vriend des huizes van vader en zoon George Bush, oliemiljardair en tot een goed jaar geleden hoofd van de Saoedische buitenlandse veiligheidsdienst.
De vraag in dat opiniestuk was of die man wist wie hij financieel en politiek wel steunde in Syrië. De conclusie van die ‘geleerde’ man was dat zoals hij schreef: ‘Prins Bandar, steunde die rebellen in Syrië maar keek niet goed waar het geld heen ging’.
Een stelling die men eventueel wel kan vooruitschuiven maar die men dan uiteraard, zoals het een wetenschapper behoort, moet onderbouwen. En hoe doet hij dat dan? Wel op twee ogenblikken in zijn verhaal doet hij een poging.
In derde alinea stelt hij: “… overigens zonder echt te weten waar die (wapens, geld en Saoedische jihadisten) terecht kwamen. In de vierde alinea stelt hij dan: “…, zonder te controleren waar al dat geld en die wapens terecht kwamen.”
Allemaal goed en wel, maar waar blijft dan het bewijs voor die toch belangrijke stelling die Saoedi Arabië en haar hoofd van de buitenlandse veiligheidsdienst vrijpleit van het bewust financieren van die salafistische bendes? Als men als wetenschapper een dergelijke belangrijke thesis vooropstelt dan mag men toch iets van een aanwijzing/bewijs verwachten.
Neen, het blijft allemaal bij losse uit de pols komende beweringen die nergens door gestaafd worden. Stellingen die ons zouden moeten doen geloven dat het hoofd van een der belangrijkste spionagediensten van de regio niet eens wist dat men miljarden dollars uitgaf zonder dat men exact wist naar wie het ging. Grapjassen.
En dit dan in het meest cruciale dossier waar het land van de familie al Saoed al vijf jaar mee te maken heeft. Wat dan tot de conclusie moet leiden dat Bandar en diegenen die hem controleerden in de familie al Saoed totaal incompetent zijn. Toch als wij deze Paul Aarts mogen geloven.
Om dat de poneren moet men echter wel met degelijke aanwijzingen of bewijs komen. En niet zoals hier met alleen wat gratuite beweringen.
Maar dat is het echte niveau van de NRC, toch intellectueel de beste krant van het Nederlandse taalgebied maar al even onbetrouwbaar als al de rest in dit taalgebied.
Maar de man gaat binnenkort een boek over Saoedi Arabië publiceren, samen dan met Carolien Roelants, een vaste columniste van de krant.
Gezien die onzin van Paul Aarts in dit opiniestuk zouden zij misschien voor de publicatie van hun boek subsidies kunnen vragen bij de familie al Saoed. Als Human Rights Watch het al deed, waarom het duo Roelants-Aarts niet? Zeker is dat prins Bandar best tevreden zal geweest zijn met dit stuk van Paul Aarts.
Via zijn echtgenote financierde prins Bandar bin Sultan al Saoed ook een aantal kapers die betrokken waren bij die aanslagen van 11 september 2001. Het geld ging naar een in de VS verblijvende Saoediër en diende officieel om die zijn zieke vrouw haar hospitaalkosten te betalen. In wezen ging het geld echter integraal als loon naar die kapers.
Een ingewikkelde constructie die malafide praktijken doet veronderstellen.
Maar Paul Aarts zal desnoods wel schrijven dat Bandar Bush, de bijnaam van onze Saoedische prins, niet eens wist dat het geld van zijn vrouw naar die kapers ging. Waarom niet. Onze wetenschapper kan duidelijk alles ‘bewijzen’.
En dat soort onzin van een Paul Aarts geraakt dan allemaal in kranten die zichzelf zien als het ‘Intellectuele’ baken van Nederland.
Maar in ‘s hemelsnaam wie kan die onnozelheden nog serieus nemen. Aan de Amsterdamse universiteit misschien.
Willy Van Damme