Financiële economie richt zich als gedragswetenschap op de onderliggende theoriën, in tegenstelling tot financiële wiskunde; die houdt zich bezig met het mathematische aspect. Niet-fysieke goederen, ja die bestaan in een economie, maar daarom bestaat er nog niet zoiets als een fysieke economie. Waar u het haalt om twee onbestaande begrippen in volume tegenover elkaar uit te zetten, da’s een goocheltruuk die ik niet begrijp mijnheer Vermeulen. En weet u toevallig nog wie de huizen in de VS voorzag voor de arme sloebers? Ga dat eens na en je zal zien bij welke regering je terecht komt. Ik vind het eerlijk waar ook jammer, maar het was wel een democratische ja. Wellicht heel goed bedoeld, maar zoals u weet is het in de politiek altijd wel goedbedoeld. Maar daarom nog niet efficiënt en verantwoord. Gewaarborgd door de grote hypotheekinstituten als de Federal Home Loan Mortgage Corporation ( FHLMC) en de Federal National Mortgage Association waren al die hypotheken. De gevulgariseerde benamingen van die maatschappijen kent u ook wel. En weet u wat in de sterren geschreven stond? Dat het zou mislopen uiteraard. Vastgoed gesleten aan elke hond met een hoed op ( vergeef mij de uitdrukking ), niet in staat om één afbetaling te doen! En dan maar foeteren op al de rest van de wereld he. Nadien is er nog wel wat misgelopen, maar dat is voor de volgende les. Ik ga er immers zo stilaan vanuit dat u toch het laatste woord wilt hebben.
René Van marcke
Dendermonde
Antwoord:
Het beleid rond het huisbezit dat Bill Clinton invoerde werd, als ik het goed begreep, onder George W. Bush en Allen Greenspan nadien helemaal versoepeld. Met alle gekende gevolgen. Ze zouden zelfs een hond een hypotheek gegeven hebben.
Maar zoals U schrijft is het verhaal complex maar wel in essentie terug te brengen tot een massale geldcreatie en een al even groot gebrek aan regelgeving. Nog steeds trouwens zoals blijkt uit het schandaal met Libor.
En wie van dat soort wanpraktijken beter geworden is dat zullen wij zeker niet zijn.
Willy Van Damme
↧
Reactie op De onveiligheid van de staat door René Van Marcke
↧