Te zien aan uw naschrift stel ik vast dat ik U blijkbaar – in al mijn felheid – heb gekwetst door een uitdrukking te gebruiken die misschien niet op zijn plaats was. Dat was – heel oprecht – niet mijn bedoeling In die mate ben ik zeker niet te beroerd mij hiervoor te verontschuldigen. Tenslotte heeft dit met de grond van de zaak niets te maken. Mijn opmerkingen tegenover uw visie zal ik niet wijzigen maar ik ken uw verdienste op andere vlakken te zeer om U nu achter te laten met zo een ongewilde indruk in een debat waarin we – misschien vrij grondig- van mening verschillen.
Aangezien U mij nu blijkbaar hebt ingedeeld bij de kaakslag-flaminganten hoop ik maar dat U er mij geen gaat geven als U mij tegenkomt. En ik naakt : t’is effectief geen zicht, wees daar zeker van. Ik wil het U dus besparen. Dat zal mij een paar vicarissen kosten zeker ?
Raphael Vermeir
Hamme
Antwoord:
Dat U dat niet direct zag wekt voor mij geen verbazing maar het is wel teleurstellend. Een goede raad: lees eerst een tekst goed om te weten wat er juist staat. Reflecteer goed en schrijf dan. Waarna je ze pas definitief maakt na eerst nog eens goed nagedacht te hebben. Dit was echt niet voor herhaling vatbaar.
Verder is de enige vorm van geweld die ik ken het snoeien van de bomen en struiken in mijn tuin, het wieden van het onkruid en het vertrappen in huis van het occasionele insect. Daar blijft het bij en dus geen kaakslagen. Ieder zijn aard.
Santé.
Willy Van Damme