HET IS ZOALS EEN JOURNALISTE VAN CNN HET VERKLAARDE” WIJ WORDEN BETAALD OM TE LIEGEN ” IN BELGIE NOEMT DE PERS DAT ” REDAKTIONELE PUBLICITEIT” een artikel schrijven waarin een bedrijf of instelling opgehemeld word met daden die onjuist zijn en uit de duim gezogen, de kunst van het schoonweer vertellen tegen geld op een eerste pagina of op een betere pagina dat de indruk moet geven aan de lezer dat het van de redaktie komt maar gewoon een leugenachtige indruk geeft dat het van de REDAKTIE komt !
Rudy Verbuyst
Antwoord:
Dat die krant door haar jarenlang continu kritiekloos ophemelen van aandelen van door criminelen gerunde bedrijven haar eigen publiek bedroog is blijkbaar voor die krant nooit een probleem geweest. Er zijn er in het bedrijfsleven en de politiek al voor minder moeten opstappen. Maar bij de media is alles mogelijk…. behalve kritisch berichten want dan krijg je zo je C4. Voorbeelden zat.
Ik heb zelf enkele ervaringen met die krant die typerend zijn voor de mentaliteit. Zo bleef De Tijd een crimineel als Maurits De Prins, de tot 4 jaar en drie maanden effectief veroordeelde sterke man achter de nu verdwenen videoverhuurketen Superclub, steunen zelfs toen al duidelijk was dat hij misdaden pleegde.
Men ging zelfs zover door zijn verhalen zonder wederwoord te publiceren op voor zijn tegenstander (Philips) zeer delicate ogenblikken. Dit met het oogmerk dat bedrijf zware, toen een grote werkverschaffer in België, schade te berokkenen.
Toen naderhand Jan Maes, de vroegere rechterhand van Maurits De Prins, tegen mij strafklacht indiende speelde die een vol fouten staande brief van het Gentse hof van beroep door aan hun journalist René De Witte waarna die en zijn krant breed uitgesmeerd stelden dat ik voor de correctionele rechtbank moest verschijnen. Mijn naam stond zelfs in de titel. Daarbij insinuerend dat ik wel eens echt schuldig zou zijn.
Men had zelfs niet eens de moeite gedaan naar mij, mijn advocaat, het blad waar ik voor werkte of het hof van beroep te bellen. Alleen een document van een toen al veroordeelde crimineel was voor dat journaille voldoende. Nadien probeerde Marc Van Cauteren, de hoofdredacteur, mij zelfs nog wijs te maken dat zij die private brief van het hof zelf hadden gekregen. De idioot dacht mij dat wijs te kunnen maken. En toen dat niet lukte begon hij te klagen over de idioten op de redactie. Dat is De Tijd.
Nadien publiceerden zij onderaan binnen de krant op een van de minder gelezen even pagina’s een klein recht op antwoord. En de Raad voor Journalistiek, die fouten moest beoordelen, stelde nadien dat alles correct verlopen was want…ze hadden een recht op antwoord geplaatst. Journalistieke deontologie, vergeet het, aldus de persbond.
Jaren later voerde ik een discussie op hun website en stelde niets meer dan dat Israel een grote invloed heeft op de Amerikaanse politiek. Ik kreeg om die reden het verbod van die krant om er nog reacties te plaatsen. Ze hadden daarbij zelfs nog de lef om te ontkennen dat ze censuur pleegden.
Wie De Tijd een betrouwbare krant noemt is dan ook zeer naïef of gewoon ter kwader trouw.
Willy Van Damme