De ‘one level away'(proxy) regel wordt toch nog veel gehanteerd. De rechtstreekse interactie tussen de VS en Al Qaeda blijft beperkt. De meeste interactie is via een tussenpersoon. Die tussenpersoon geeft ontkenbaarheid maar tegelijk gebrekkige controle over wat er uiteindelijk gebeurt. De tussenpersoon kan een onafhankelijke speler zijn, en kan een afhankelijke speler zijn, een front voor zowel onze kant als de andere kant.
Die one-level-away regel is zowel onvermijdelijk als gewenst. De relaties van uw relaties, dat zijn veel mensen, als gewenst.
Ge kunt dus tegelijk hebben dat de VS via speler X interageert met Al Qaeda groep Y en het Pentagon is daar ontevreden over terwijl de CIA vooral de ontkenbaarheid handig vindt.
Al Nusra hield veel ‘gematigde’ groepen rond zich in stand die relatief zwak waren maar wel wapens kregen die ze dan braaf doorgaven omdat ze weinig keus hadden.
Tuyzentfloot
Antwoord:
Inderdaad. De VS heeft gewoonlijk meer ijzers in het vuur liggen om dan ten gepaste tijden te gebruiken. De wijze waarop al Qaeda en ISIS samenwerken met bijvoorbeeld de VS, het Verenigd Koninkrijk of Frankrijk is natuurlijk een topgeheim.
Men moet dat ook niet altijd zien alsof er een vergaderruimte is waar Amerikaanse of Franse generaals elkaar ontmoeten en de strategie voor de komende oorlog plannen.
Veel dergelijke zaken zijn het resultaat van infiltratie en manipulatie. Men stuurt hun mannetje/vrouwtje naar een bepaalde groep om lid te worden en dan binnen die organisatie omhoog te kruipen en zo het beleid te bepalen. Het verhaal van de Belgische Marokkaan Abdel Kader Belliraj is hiervan een mooi voorbeeld.
Hij nam het initiatief en was de wapenleverancier voor een Marokkaanse salafistische terreurgroep. Gelijktijdig werkte hij ook voor de Mossad. Interessant zou echter te weten wie de Marokkaanse veiligheidsdiensten hierover tipte. Ook een eigen infiltrant of een andere buitenlandse veiligheidsdienst die Marokko wou steunen?
Wel is het zo dat in de zaak van Syrië er een duidelijk gestructureerd overlegorgaan, de Operatiekamers in Jordanië en Turkije, waren waarbij die jihadistische groepen op zeer regelmatige wijze overlegden met militairen, spionagediensten en diplomaten van de hen steunende landen zoals Saoedi-Arabië, Frankrijk en de VS.
Met andere woorden: Al Qaeda wist met absolute zekerheid dat zij westerse steun kregen. Ook bij ISIS moet dat met grote zekerheid geweten geweest zijn. Het spoor van de wapenleveranties lijkt dat aan te tonen.
Willy Van Damme