Dag Willy
Telkenmale ik word geconfronteerd met de bedrieglijke journalistiek van de massamedia, dagelijks dus, vraag ik mij waarom. Liegen ze? Schrijven ze in opdracht? Zijn ze zo onwetend als de doorsneeburger?
Maar recent las ik een interessante analyse van het werk van Shakespeare en hierna een ietwat betweterige conclusie.
Shakespeare schikt zich naar de dramatische mogelijkheden die inherent zijn aan de structuur van zijn intrige, zoals het hoort, maar hij gebruikt ze verder niet. Pastorales zijn machinaal en de satire verwerkt in die stukken zijn voorbehouden voor de kleine groep die kennis heeft van de mimetische beweging van de begeerte. De satirische verwijzing is als een code, een code voor ingewijden (eigenlijk suggereert de titel al de satirische aard; de schrijver zegt als het ware dat hij ditmaal een stuk zal schrijven zoals de lezer of toehoorder het wil).
Grote subversieve schrijvers worden belaagd door de weldenkende gemeenschap die graag een gunstiger voorstelling van de menselijke soort wil zien. Aan schrijvers wordt in feite gevraagd dat ze het mimetische conflict verzaken ten voordele van een banaal optimistische opvatting over de menselijke relaties. Een opvatting die altijd zachter en menselijker wordt voorgesteld, terwijl ze in werkelijkheid het wreedste farizeïsme weerspiegelt.
Journalisten zijn geen grote schrijvers, zij schrijven intuïtief voor de grote massa maar niet dubbelzinnig, geveinsd en satirisch zoals grote schrijvers. Hun artikelen zijn in de regel pastoraal in de zin van een duidelijke aflijning van het goed (wij) en het kwaad (zij). De pastorale erkent daarbij nooit openlijk de vreselijke waarheid, maar ze grijpt naar de meest doorzichtige kneepjes om een fictieve overwinning te behalen op de interne verdeling van de begeerte.
Kortom journalisten schrijven wat de mensen al hebben ingevuld.
GV
Antwoord:
De Amerikaan, en verre neef van Sigmund Freud, Edward Bernays, de vader van de public relations en dus het manipuleren van de publieke opinie, observeerde dat de mens een kuddedier is en daar ook aan gehoorzaamt.
De taak van de media is dan ook een algemeen beeld te scheppen over bepaalde zaken waaraan de mensen dan automatisch en braaf naar luisteren. Wie tegen die stroming ingaat heeft dan automatisch problemen met zijn geloofwaardigheid. Men bekijkt hem in regel met groot argwaan of erger.
Het is daarom soms moeilijk uit te maken of journalisten bewust liegen of dat het gewoon hun onderbewustzijn is die hen daar zonder dat zij het beseffen toe dwingt.
Uiteraard is het bewezen dat vele journalisten gewoon loopjongens zijn, al of niet tegen betaling, van de machtigen van deze aarde zoals geheime diensten, regeringen, bepaalde politieke partijen of grote bedrijven.
Maar dat is niet zo voor de overgrote meerderheid van de journalisten. Ze doen immers als een soort van automatisme wat men van hen verwacht. Het zijn als het ware robotten.
Maar hoe dan ook is het essentieel voor een journalist dat hij op een genuanceerde en kritische wijze het nieuws waarmee hij te maken krijgt verslaat. En daar is bronnenkritiek een essentieel element van.
Maar zoals Guy Van Vlierden nog maar eens aantoont is een gebrek aan bronnenkritiek zowat het laatste dat men hem en anderen kan verwijten. Het is als met dat laatste verhaal op VRT Nieuws van Rudi Vranckx over die vermeende aanval met chemische wapens in de Syrische stad Douma.
De ene website is volgens hem verdacht want pro Assad, Bellingcat is dan weer 100% te vertrouwen. Zelfs al krijgt Bellingcat geld van de VS, bepaalde salafistische staten van het Arabische Schiereiland en zelfs de Witte Helmen. Maar dan levert de journalist echter geen nieuws maar propaganda.
Willy Van Damme