The shaping of public opinion (in mijn woordenschat “manipulatie”). Bernays en Lipmann worden in eer gehouden.
Bij het lezen van het laatste artikel van Bellingcat, dacht ik dit is niets meer dan een voorbereiding voor het beperken van de uiting van vrijheidsmening (en niet alleen van extreem rechts). Misschien komt er een tijd dat blogs zoals de jouwe, onder vuur komen te liggen.
Trouwens voor sommige zoals Craig Murray is het al bezig.
GV
Antwoord:
Het bewerken van de publieke opinie is 100 jaar na het publiceren van die theorieën van Bernays uitgegroeid tot een gigantische industrie waar mogelijks miljoenen mensen in werken. Elke dag weer lees ik over nieuwe ngo’s, zogenaamde think tanks en officiële instellingen die de overheid financiert.
Buiten het leveren van adviezen voor die overheid hebben ze als voornaamste doelstelling het bewerken en onder controle houden van de publieke opinie. Die organisaties die zij financieren publiceren dan in de media allerlei verhalen en visies om een zaak onder de aandacht te brengen.
Ook worden zij in artikels dan regelmatig aangehaald als neutrale experten. Wat zij zelden zijn want ze krijgen geld van de overheid of private financiers met een politiek geladen instelling. En die spelen niet zomaar sinterklaas maar willen van die organisaties en hun mensen gewoon boter bij de vis.
Het heet: Wiens brood men eet diens woord men spreekt. Want er bestaat zoiets als de ontslagbrief, de C4, een demotie of een gebrek aan promotiekansen. Al de betrokkenen weten dat. Ze houden zich dus aan de ongeschreven regels. Erg simpel.
Neem bijvoorbeeld recent de herrie rond de Oeigoeren. Tot over twee jaar had in België amper iemand gehoord over die problematiek. Nu staan de kranten er vol van met allerlei opiniestukken over ‘genocide’. Die herrie kan plots ook weer verdwijnen. Alsof een onzichtbare hand dat controleert.
Hetzelfde met de pijpleiding Nord Stream 2 die in het zog van Alexei Navalny plots terug op de voorgrond trad. En wees er zeker van dit zal verdwijnen nu men uit allerlei artikels indirect kan afleiden dat het gevecht voorbij is. En zo kan men duizend-en-een voorbeelden aanhalen van zaken die snel vergeten zijn.
Verder wordt de dreiging om websites die voor de overheid te kritisch zijn te sluiten steeds reëler. Het gelul over zogenaamd ‘fake news’ wordt in de media almaar luider. Steeds meer berichten worden met allerlei veelal drogreden gewoon van het internet gehaald.
Uiteraard kan je op het internet zeer veel klinkklare onzin vinden. Soms erger ik mij er aan, soms is het lachen en brullen. Maar de kranten zijn op veel vlakken geen haar beter. Het persverhaal over het een miljard doller/euro (?) kostende paleis van Poetin is hiervan een prachtig voorbeeld. Men kletst maar op.
De pers weet dat ze niet zelden liegen maar hun roep tegen fake news is gevaarlijk voor de persvrijheid. Zo wordt ‘het verspreiden van haat’ steeds meer als een strafbaar feit gezien. Maar wat is ‘haat’? Daar is geen definitie voor en kan dus misbruikt worden.
Zelfs al ben ik een groot tegenstander van haat en organisaties als Schild en Vriend die voor mij gewoon voorlopers zijn van een nieuw fascisme. Toch zie ik dat gebruikt worden om regeringen toe te laten ongewenste boodschappers te censureren.
Willy Van Damme